Als je onderzoek doet naar ouderparticipatie op school, is De luizenmoeder verplichte kost. Ze is geen liefhebber van Nederlandse tv-series, dus met tegenzin begon pedagogiek-promovenda Marina Iliás te kijken. Maar nu geniet ze. ‘Het is zo herkenbaar.’
Schooldirecteur Anton probeert in De Luizenmoeder zijn ‘glansmethode’ erdoor te drukken in de tienminutengesprekken: ‘Laat die stilte maar vallen, laat ouders het zelf maar vertellen.’ Hij zoekt het maar lekker uit met zijn glansmethode, geven de juffen Ank en Helma hem te verstaan.
Ouders en opvoeders samen
Marina Iliás geeft hen groot gelijk: je moet ervaren krachten nooit op zo’n manier de wet voorschrijven. Maar de methode zelf, daar zit ergens wel iets in. ‘Verhalen van thuis zijn net zo belangrijk voor de leerkracht als verhalen van school voor de opvoeders van een kind. Als je elkaars praktijk kent, kun je van elkaar leren en elkaar passende tips geven.’
Iliás onderzoekt hoe de school en opvoeders elkaar beter kunnen ondersteunen. Ze richtte leergemeenschappen van ouders en leerkrachten op bij zeven heel verschillende basisscholen in Amsterdam en omgeving. In die leergemeenschappen, tot nu toe gericht op de onderbouw, zijn ouders en docenten het gesprek met elkaar aangegaan. Ze hebben veel van elkaar geleerd en hun communicatie en samenwerking verbeterd.
Niet de herfsttafel op school, maar thuis
Zo ontdekten deelnemers dat ‘helpen met school’ niet in de eerste plaats zit in helpen met de herfsttafel of meegaan op schoolreisje. Veel belangrijker is wat opvoeders thuis doen om hun kind te stimuleren. Iliás: ‘je kunt natuurlijk voorlezen en letters oefenen, maar het is ook belangrijk om samen gewone dingen te doen, zoals koken en de tafel dekken. Daar leert een kind heel veel van, van getallen en gewichten tot motoriek. En samen spelen: veel ouders beseffen niet hoeveel er spelend te leren valt.’
Opdraven om met andere ouders een particiPizza te maken, draagt niet direct bij aan de ontwikkeling van een kind, maar een positieve houding van ouders ten opzichte van school is wél essentieel, benadrukt Iliás. ‘Spreek bijvoorbeeld je verwachtingen uit naar je kind. Vertel dat je graag wilt dat het zijn best doet en leg uit waarom leren belangrijk is.’ Dat is wat anders dan eisen – van je kind en van de leerkracht – dat je kind op het hoogste niveau uitkomt.
Val de leerkracht niet af
Ouders vallen leerkrachten nogal eens af en hebben niet in de gaten hoe verwarrend dat is voor een kind. Dat is loyaal aan zijn ouders, maar ook aan de leerkracht. Een eyeopener voor veel ouders, om al deze dingen te ontdekken door met elkaar in gesprek te gaan. In de leergemeenschappen kwamen thema’s uit De luizenmoeder ook aan bod: uitnodigingen voor partijtjes, hoe je informatie deelt, het format van rapporten en rapportgesprekken, trakteren en ja: ook zwaaien en afscheid nemen.
‘Op een van de scholen ging het over de jongste kleuters die onrustig werden als ouders mee de klas in gingen’, illustreert Iliás. Ouders en leerkrachten bedachten om voortaan afscheid te nemen op de gang, en daarnaast af en toe ouderochtenden te organiseren. Zo is er meer rust voor de kinderen en blijven ouders toch op de hoogte van wat hun kind in de klas aan het doen is.’ Doordat betrokkenen hun perspectieven uitwisselden, werd de samenwerking beter en dát draagt bij aan de ontwikkeling van het kind.
ParticiPizza
Zo’n Anton, die een particiPizza en een glansmethode bedenkt en aan iedereen opdringt, dat werkt niet: geen draagvlak. ‘In een leergemeenschap van ouders en leerkrachten kunnen de betrokkenen zelf wel bedenken wat ze uit de tienminutengesprekken willen halen. Leerkrachten hebben allerlei communicatietrainingen gehad. En als ouders zien waarom het goed is voor hun kind, zijn ze erg coöperatief’, ervaart Iliás. Dan is er geen zwaailamp nodig. En geen pushende of juist wegduikende directeur Anton.
Dit artikel maakt deel uit van een serie die ik schreef naar aanleiding van de hype rond de tv-serie De luizenmoeder. Het verscheen in VU Magazine.